Page 17

Flynth

17 De meeste familiebedrijven geven veel om de band met hun familieleden en zouden daarvoor het bedrijf gerust willen opgeven. “Dit hangt wel met elkaar samen. Gaat het niet goed met de familieband, dan gaat het vaak ook niet goed met het bedrijf. Andersom geldt dat ook: als het bedrijf goed draait, dan is het ook gezelliger tussen de familieleden,” aldus een van de deelnemers. Matser stelt dat familiebedrijven in ieder geval niet alleen maar aan de familie moeten denken. “Je hebt ook medewerkers in dienst. Vergeet niet dat zij ook een gezin te eten moeten geven.” Begeleiding bij opvolging De jonge generatie aanwezigen tijdens de ronde tafel is momenteel in een andere fase wat betreft opvolging. Sheila Hannink-Hafkamp bijvoorbeeld staat sinds vorig jaar ineens aan het hoofd van het familiebedrijf doordat haar vader plotseling overleed. Samen met haar broer is zij nu de verantwoordelijke bij Hafkamp Grafwerken & Natuursteen in het Overijsselse Olst. De officiële zeggenschap moet nog vastgelegd worden, maar dat het een emotioneel proces is, staat buiten kijf. “Het is lastig om die drie aspecten uit de cirkel goed te regelen. Ik wil graag rekening houden met mijn broer én met mijn moeder, die nu nog alleen aandeelhouder zijn. En ik moet doen wat het beste is voor het bedrijf,” zegt ze. Haar buurvrouw aan de ronde tafel, Valerie Vallenduuk - sinds 2007 algemeen directeur van advocatenpraktijk Vallenduuk Advocaten in Haarlem en Zaandam - kan daarover meepraten. Zij nam het bedrijf samen met haar man en haar zus over van haar vader. “Ik adviseer iedereen om op tijd begeleiding in de arm te nemen. Mijn vader had een eigen adviseur; ik ging ervan uit dat hij ook keek naar wat voor ons het beste was.” Achteraf bleken bepaalde aspecten rond de opvolging bij haar toch niet helemaal goed geregeld. Voor adviseur Henri Brom geen onbekend geluid: “Je ziet in de praktijk vaak dat een adviseur vanuit de ouders wordt ingeschakeld en op basis van een gesprek met de ouders een plan maakt. De adviseur moet echter ook met de kinderen van gedachten wisselen.” Ook Lidwien Heersink, algemeen directeur van Da Vinci Salonautomatisering uit Vorden, wordt momenteel - samen met haar twee zussen, die ook bij het gesprek aanwezig zijn - klaargestoomd om haar ouders op te volgen. Ze is zich er terdege van bewust dat hieraan een lange voorbereiding vooraf gaat. “Maar wat wordt precies verstaan onder die voorbereiding?” vraagt zij aan Brom. “Daaronder valt de rol die je nu in het bedrijf bekleedt tot uiteindelijk de overdracht,” antwoordt hij. “Daar tussenin word je klaargestoomd, moet er onder andere een bedrijfswaardering uitgevoerd worden en moeten aandelen en zeggenschap verdeeld worden.” Brom wijst ook op de vele aantrekkelijke fiscale regelingen waarvan een familiebedrijf gebruik kan maken, zoals de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de vrijgestelde beleggingsregeling (VBI). “Ouders hebben gemiddeld twee tot drie jaar tijd nodig om zich bewust te worden dat het moment daar is, dat een kind het bedrijf overneemt en zij hun ‘kindje’ dus uit handen moeten geven.” Familiestatuut René Treur, algemeen directeur van Treur Kaas uit Woerden, heeft in 1995 samen met twee broers het bedrijf van zijn vader overgenomen. Daar ging geen lang proces aan vooraf. Om een volgende overdracht beter te laten verlopen, heeft Treur twee jaar geleden een traject opgestart om een familiestatuut op te laten stellen. Daarin zijn belangrijke afspraken vastgelegd over de opvolging in de toekomst en de positie van partners en kinderen in het bedrijf. “Wij hebben bijvoorbeeld vastgelegd dat ieder kind eerst vijf jaar ergens anders ervaring op moet doen. Op die manier krijgen de kinderen de ervaring om werknemer te zijn. Het geeft hen andere inzichten, die wellicht later een aanvulling kunnen zijn voor het familiebedrijf,” aldus Treur. Zo’n familiestatuut is een goede stap in het proces van opvolging, beamen de adviseurs. Matser: “Een familiestatuut wordt gebruikt om afspraken vast te leggen en om de verschillende belangen van de familie en het bedrijf op elkaar af te stemmen. Het is een leidraad en het biedt houvast.” Treur nam bij het opstellen van het statuut een adviseur in de arm. “Een adviseur weet immers precies wat hij moet vragen en waar hij naar moet kijken. Zo spreek je dingen naar elkaar uit waar je het eigenlijk veel te weinig of zelfs nooit over hebt. Dat resulteert in een goed familiestatuut. En dat helpt vervolgens weer om een opvolging goed te organiseren.” www.flynth.nl/familiestatuut Ilse Matser Henri Brom www.flynth.nl/rondetafel “ ” Je kunt vanuit verschillende invalshoeken hetzelfde doel bereiken.


Flynth
To see the actual publication please follow the link above